Interview Torre Florim (mei 2015): ‘De extremere situaties zorgen dat je groeit als band’

Ik heb voor de cursus Popjournalistiek van de Fontys Hogeschool voor Journalistiek (die ik volgde in 2015) een interview geschreven. Dit interview was met Torre Florim, frontman van De Staat. We kregen als cursisten de keuze uit drie artiesten, die we konden interviewen. Als Nijmegenaar had Florim mijn voorkeur. Het eindresultaat lees je hieronder. Het artikel is geschreven in mei 2015, toen hun nieuwste album O nog niet uit was.


‘De extremere situaties zorgen dat je groeit als band’

 
Torre Florim houdt van verhalen vertellen met muziek. De frontman van de Nijmeegse rockband De Staat heeft inmiddels drie albums op zijn naam staan, side-projects daar gelaten. Het recentste album van De Staat, I_Con (2013), gaat over fakers en iconen. Een vierde plaat is in de maak. “Het verhaal is nog niet af. Ik heb flarden, maar ik weet nog niet waar het naartoe gaat.”

Florim bewandelt niet de meest gangbare paden, elke plaat van De Staat heeft een unieke insteek. Het totaalplaatje klopt. Daar is over nagedacht. “Dat vind ik het leuke aan muziek, het zijn niet alleen liedjes. Je moet ook bedenken: Wat gaan we bij deze plaat doen? Wat is het ding dat we naar buiten gaan brengen? Het plaatje? En dat gaat de hele tijd maar door in m’n hoofd. Hoe kunnen we het een geheel laten zijn?”
 

Vluchtig

De Nijmegenaar is niet vies van het woord commercieel, maar maakt vooral wat hij zelf zou willen zien. “Het enige wat je kan doen is de shit maken die je zelf zou willen zien op het podium. Dan moet je ervan uitgaan dat er mensen zijn zoals jij. Volgens mij is dat ook zo”, vertelt Florim. “Vaak vinden de mensen in het publiek leuk wat ik leuk vind. Als ik muziek maak waar ik niet helemaal blij mee ben, dan kun je verwachten dat er minder publiek komt. Maar dat kun je sowieso verwachten. De popmuziek is fucking vluchtig, als er iets snel voorbij gaat is het wel een band.”
 

Het succes

De gloriedagen van De Staat zijn echter nog niet voorbij. Het doorbraaksucces ligt bij de kwaliteit van spelen en de hoeveelheid optredens. “Ik wilde heel graag beter worden en voelde de hele tijd een soort onzekerheid. Eigenlijk ben je bang dat het niet goed genoeg is. Dat zorgt ervoor dat je steeds beter wordt. Wij hebben de kans gekregen om heel veel te spelen. Toen eenmaal de eerste plaat uitkwam waren we best goed voor een nieuwe band.”
 

Fouten

Inmiddels liggen er drie albums op de plank, en de routine zit er in. “Het is vooral dat het optreden consistenter wordt. Het spelen is sowieso wel goed, alleen soms wordt het heel goed. Dat klinkt cocky, maar ik heb nu meer controle over een minimale kwaliteit. Vroeger was het zo dat als er iets kapot ging je dacht: Fuck! Wat moeten we nou doen? Het publiek staat daar te wachten, aaah! Nu vind ik het bijna leuker als er iets fout gaat, omdat je daarmee moet dealen”, vertelt Florim. “Het is niet leuk als je je stem kwijtraakt ofzo, maar de extremere situaties zorgen dat je groeit als band.”
 

Intieme tour

Die extremere situaties werden al opgezocht in de tour van Vinticious Versions (2014), een EP met nieuwe versies van eigen nummers. De nummers zijn ‘kleiner’ gespeeld (met mini drumkits en kleine versterkertjes), dus de tour was intiemer. Florim wilde niet in het normale clubcircuit spelen. “Ik had het idee dat we de neiging zouden hebben om hard te gaan spelen. En dat mensen ook de verwachting zouden hebben naar een ‘De-Staat-show’ te gaan, en dan is het opeens kleiner en intiemer.”

De Staat speelde dus niet in het normale clubcircuit, maar onder andere in een vliegtuigmuseum. Als je op vreemde locatie staat als publiek, is de tour al anders dan normaal. “Los daarvan is het gewoon vet om op een andere plek een band te zien. We speelden in het Aviodrome. Dan staat er een enorme Boeing fokker achter je en er hangt een helicopter boven je. En dat is het podium dan, dat is gewoon raar. Maar het is wel heel vet!”
 

Nieuwe plaat

Op dit moment is de band bezig met het opnemen van het nieuwe album. Dit wordt gedaan in het oude poppodium Doornroosje, een plek die voor Torre symbolisch is. “Het is de plek waar ik alle bands zag en waarvan ik dacht: hier wil ik staan. Het is de eerste tent die we hebben uitverkocht, ik ben daar opgegroeid muzikaal. Dus het is leuk om daar muzikaal verder te groeien. Het is sowieso al een goed verhaal.”

Of dat verhaal wordt meegenomen op de nieuwe plaat is nog niet duidelijk. “Het zit nog allemaal in mijn hoofd. Er is al een idee maar ik weet nog niet precies wat het wordt.”