Wat zou er gebeuren als social media een prijs gaat vragen voor zijn gebruik? Dat is één van de vragen die filosoof en columnist Hans Schnitzler (1968) stelt. Sinds 2012 heeft hij een tweewekelijkse column in De Volkskrant en zijn opiniestukken zijn onder andere gepubliceerd in NRC, Trouw, De Standaard, De Morgen en zijn leesbaar op zijn weblog.
Uit je opiniestukken blijkt dat je veelal nadelen ziet aan de social media. Wat vind je zo problematisch aan social media en de digitalisering?
“Wat ik allereerst wil zeggen is, is dat ik geen techniekscepticus ben, hoewel dat beeld van mij wel uit mijn stukken kan ontstaan. Ik wil de techniek dan ook geenszins afwijzen, integendeel zelfs. Wat volgens mij wel een probleem is, is dat veel van de innovaties waarmee we geconfronteerd worden, voortkomen uit een hyper commercieel complex. Dat is afkomstig van internetgiganten zoals Facebook. Die zijn er niet zozeer op uit om ons te verheffen of om ons kritisch te laten nadenken, maar vooral erop uit om onze aandacht te vangen. Het is met name die commercie die ik problematisch vind. Die dwingt ons allemaal om nieuwe producten en gadgets uit te proberen en te gebruiken. De digitale revolutie die neemt als het ware onze geest in beslag: onze verlangens, onze aandacht en misschien zelfs verbeeldingskracht. Die besteden we tegenwoordig zomaar uit aan allerlei industrieën zoals social media die daar hun voordeel mee doen.”
Waar ben je bang voor?
“We laten ons in de ziel kijken, maar wat moeten we daar uiteindelijk voor betalen? Maar er is ook haast geen ontkomen aan, wij skypen nu ook, dat is evengoed een gratis dienst. Ik heb een weblog, ook gratis. En ik denk dat met name door alle vertegenwoordiging van dit soort diensten er geen ontkomen meer aan is. En zo nu en dan vind ik dat problematisch. Je hebt natuurlijk ook een paar internetwaarden zoals transparantie. Dan ben ik niet de enige als ik zeg dat ik denk dat die met een prijs komt. Dat alles overal maar te zien is, te vinden is en dat alles doorzichtig moet zijn. En dan heb je de ‘Siliconvalleygoeroes’ die roepen dat zolang alles transparant is het allemaal wel goed komt. Maar we hebben bij bijvoorbeeld Edward Snowden gezien dat dat ook zijn keerzijde heeft en dat staatsorganen ons gewoon kunnen bespioneren.”
Denk je dan dat er een moment komt waarop wij die prijs moeten betalen?
“Sterker nog, ik denk dat dat nu al gaande is. Als er één ding is dat het afluisterschandaal van de NSA en GCHQ duidelijk maakt, dan is dat het wel. Door onze gegevens en onze voorkeuren te delen met bijvoorbeeld Facebook of Google geven wij onszelf en ons privédomein als het ware uit handen. En die gegevens kunnen gemakkelijk misbruikt worden. Dat is volgens mij de prijs die we moeten betalen en waar je toch steeds vaker mee geconfronteerd wordt. En daarom is bewustwording over dit soort onderwerpen denk ik heel belangrijk.”
Hoe denk je dat die bewustwording bereikt kan worden?
“Ik denk dat met name onderwijs hier heel belangrijk in is. Je zou misschien wel een vak ‘digitaal bewustzijn’ of iets dergelijks moeten geven, hoewel dat natuurlijk geen goede naam is, maar wel zoiets. Aan jongeren uitleggen wat internet is en ze bewustmaken van de zegeningen maar ook van de risico’s.”
Hoe ga jijzelf om met de innovatie op mediagebied?
“Een onbeduidende vorm van verzet is dat ik geen smartphone heb. Maar aan de andere kant zit ik wel op LinkedIn, ik skype nu met jou en ik heb daar ook helemaal geen problemen mee. Maar sociale netwerken zoals Facebook en Twitter vind ik niet nodig. Het zou ook tegenstrijdig zijn om daar openlijk gebruik van te maken gezien mijn opinie. Ik heb wel een account onder een pseudoniem om te kijken wat er gaande is en om te bestuderen hoe mensen informatie uitwisselen. De nieuwe ontwikkelingen die momenteel plaatsvinden volg ik ook nauwgezet. Ik gebruik niet alles, maar qua ontwikkelingen en discussies die er gaande zijn ben ik beter op de hoogte dan menig jonge digitale gebruiker. Als ik wil deelnemen in journalistieke discussies dan moet dat ook wel.”
Je ziet dus ook voordelen aan de digitalisering.
“Jazeker, er blijkt ook uit onderzoek dat het gebruik van media toch een gevoel van eenzaamheid bij ouderen tegengaat. En het delen van informatie via Facebook en Twitter gaat ook efficiënt. En dat men elkaar nu niet meer hoeft op te zoeken voor bijvoorbeeld een vergadering is natuurlijk ook heel prettig. Er zijn genoeg voordelen, dus ik denk ook zeker niet in doemscenario’s, maar er zou wel wat kunnen veranderen in mijn opzicht.”