Ik herinner me het als de dag van gisteren. Het was een warme zomerdag in juli en plots zag ik op Facebook een berichtje van iemand die was begonnen aan Pokémon GO. Ik wist al langer dat dit spel er aan zat te komen, maar was verbaasd dat het nu al gelanceerd was. Ik begon te googlen en algauw had ik een illegale versie (want het was nog niet uit in Nederland) van het spel gedownload. De weken daarna ontspoorde de hele situatie. Bijna iedereen die ik ken begon met het spelen van het spel. Ook familieleden en vrienden waarvan ik wist dat ze helemaal niks om Pokémon gaven. Nu kan ik niet zeggen dat ik de allergrootste fan ben, maar om een of andere reden heeft die hele wereld me weten te fascineren in mijn jeugd (vooral de Nintendo spellen). Ik was niet alleen enthousiast vanwege het feit dat Pokémon een nieuw spel had, maar ook vanwege het hele augmented reality verhaal dat eraan kleefde. AR was opeens bereikbaar, het was HIER! Er schoten talloze ideeën door mijn hoofd voor het vormgeven van mijn afstudeerportfolio. Want ja, dat was óók iets waar ik mee bezig was. Uiteindelijk wist ik een manier om elke productie in mijn portfolio te koppelen aan elkaar of aan mijn vierde jaar. Ik besloot voor de zomer om over Pokémon GO te schrijven. Verslaving was al snel een onderwerp dat bij mij opkwam. Ik raakte helemaal geïnspireerd toen ik op Lindanieuws las dat een onderzoeker beweerde dat het spelletje een stille dood zou sterven. Ik kon het me niet voorstellen. Ik sloeg aan het mailen met de beste man, maar helaas had hij geen tijd (wat ik markant vond, gezien ik in augustus al mailde dat de deadline in november lag). Enfin, ik zocht verder en uiteindelijk werd mijn onderwerp steeds helderder: de verschillen in verslaving tussen pc-games en smartphone games.
Ook kwam ik al snel op het idee om iets met de uitwerking van de teams in Pokémon GO te doen. Ik volgde het (vele) nieuws over het spel op de voet, maar niemand leek met dit onderwerp aan de slag te gaan. Online zag ik kleine rivaliteit tussen de teams ontstaan, en ik vroeg me af hoe dit in ‘real life’ zou manifesteren. Een tweede onderwerp was geboren: de invloed van teams/groepen op het gedrag van een speler.
Hoewel ik al voor de zomer wist dat ik twee (langere) verhalen over deze onderwerpen wilde maken, was de uitwerking erg lastig. Ik heb in de maanden augustus en september talloze interviews gehad. Met psychologen, onderzoekers en ook met gamers. Daarnaast heb ik natuurlijk het nieuws in de gaten gehouden en research gedaan naar aanvullende bronnen. In oktober was het dan zover. Ik kon mijn eerste stuk (wat toen 4000 (!!!) woorden was), inleveren voor feedback. Auwtsj. Dat heb ik geweten. Ik kreeg mijn stuk bijna helemaal rood terug. Samen met mijn beoordelaar ben ik rond de tafel gaan zitten om de feedback te bespreken. Het stuk is volledig ontleed en ik kon beter opnieuw beginnen met schrijven. Deze keer ging ik grondiger aan de slag.
Aan de hand van de feedback (het stuk was volledig opgedeeld), sloeg ik aan het schrijven. Ik besloot om de structuur van het spel (Pokémon GO) en verdere informatie erover even weg te laten. Het stuk moest algemener worden. De doelgroep was immers ook bepaald: Correspondentlezers. Ik begon met het lezen van stukken voor informatie, schrijfstijl en opmaak. Vervolgens schreef ik mijn eerste stuk opnieuw. Dit keer (iets) korter, bondiger en vooral met meer uitleg en voorbeelden. Ik ben tevreden met de uitwerking. Mijn tweede verhaal had ik inmiddels ook als concept af. Ook dit vond ik nog te uitgebreid en te vaag. Het stuk was wel iets duidelijker dan verhaal nummero een, maar liep nog steeds van hot naar her. Schrijven is schrappen, hield ik aan. En ook bij dit stuk verdween een kwart van het verhaal in de prullenbak.
De opbouw werd anders. Wat is noodzakelijke informatie en wat kan weg? Welke voorbeelden zijn relevant? Ik gaf mijn tweede stuk opnieuw vorm, al was dit minder rigoureus dan bij het eerste verhaal. Al met al heb ik mijn best gedaan voor deze verhalen. Ik ben er trots op dat ik meer diepgang aan een onderwerp kan geven. Ik zal het manifest van De Correspondent (waar deze verhalen zich op richten) even citeren: “De Correspondent wil wel actueel zijn, maar niet meedeinen op de waan van de dag. […] De Correspondent wil juist de dieperliggende structuren en ontwikkelingen achter het nieuws in beeld brengen. De artikelen moeten de lezer nieuwe inzichten bieden in hoe de wereld werkt. Doelstelling van De Correspondent is, kortom, om de begrippen ‘nieuws’ en ‘actueel’ te herdefiniëren: van datgene wat de meeste aandacht trekt naar datgene wat het meeste inzicht biedt. […] Ze wil van ‘nieuws’ naar ‘nieuw’ door 1) relevantie zwaarder te laten wegen dan actualiteit, 2) meer tijd en ruimte te geven aan onderzoek en alternatieve vormen van journalistiek, 3) openlijk verantwoording af te leggen over de eigen journalistieke keuzes en dilemma’s, 4) meer aandacht te besteden aan factchecking en 5) de invloed van andere media op ons wereldbeeld structureler te betrekken in de verslaggeving. De Correspondent vraagt van haar correspondenten betrokken te zijn. Niet door een bepaalde politieke ideologie aan te hangen, of de wereld vanuit een bepaalde ‘waarheid’ te beschrijven, maar door vanuit persoonlijke fascinatie of verontwaardiging van de wereld verslag te doen. […] Correspondenten schrijven over technologie, energie, Europa, machthebbers, vooruitgang, cultuur – kortom: over alles wat er toe doet. […] Dat betekent concreet: De Correspondent laat de beste auteurs vrij om over onderwerpen en thema’s te schrijven, zonder ze in redacties te stationeren en zonder hun verhalen in hokjes te stoppen.”
Als ik dit lees kan ik niet anders concluderen dan dat mijn verhalen verder gaan dan de actualiteit. Pokémon GO is immers niet meer zo actueel. Dat betekent niet dat deze verhalen er niet toe doen. Ze gaan dieper in op een onderwerp en nemen daarbij een gebeurtenis uit het nieuws als aanleiding. Ik ben gaan schrijven vanuit een persoonlijke fascinatie. Ik heb onderzoek gedaan en daar de ruimte voor genomen. Mijn onderwerpen gaan dieper in op een ‘platte’ nieuwsaanleiding. Ook heb ik veel interviews en research gedaan voor het schrijven van deze stukken. Kortom: ik wil hiermee diepgang en complexiteit aantonen in het onderwerp en de voorbereiding.